www.denniscavalier.com

Rootsy pianopop.

Dennis Cavalier was op de tribute From The Lone Star To The Gulf Coast de opvallendste verschijning met zijn pianosolo Fess It Up en het funkende New Orleans Rising met band en blazers. Dat eerste nummer bewees humoristisch eer aan Professor Longhair in tekst en stijlcitaten. Hij combineerde dat met een afgeronde melodie, net als in zijn andere song en dichtte zo succesvol het vaak gapende gat tussen roots en pop. Diezelfde elementen mixt hij twaalf keer op zijn eerste solo-cd, die recent uitkwam, ondanks een copyright uit 2000.
Cavalier heeft een solide linkerhand en een daarvan onafhankelijke, swingend opererende rechter, maar zijn virtuositeit voert slechts de boventoon in de solo’s. Centraal staan zijn teksten, die opnieuw echte songs van zijn muziek maken. Dat geldt voor dat komische verhaal over hoe hij jazz en pop wilde spelen terwijl de luisteraars schreeuwden om Longhair’s Tipitina en Big Chief. In Troubled Heart zingt hij met evenveel vanzelfsprekende ironie over succes hebben maar ongelukkig zijn. Ook is hij een man die zijn verkrachte vrouw wreekte en daarvoor in Angola State Prison terechtkwam in het jachtige Thibodaux. Zijn jeugdherinneringen aan New Orleans’ Lower Ninth Ward in Taxi Driver worden schrijnend, omdat juist deze arme wijk door orkaan Katrina compleet werd weggevaagd.
Zo maakt hij echte songs van pianostukken, een talent dat niet veel pianisten gegeven is. Ook door zijn efficiënte maar rijke spel in rhythm ‘n’ blues, funk, stride piano en ballads resulteert dat in heimwee, en niet alleen bij hemzelf.

****
Ruud Heijjer

Gepubliceerd in Heaven no. 44 september-oktober 2006/no.5