Wreed dagboek.

De beste popmuziek gaat over de grote thema’s: liefde, lust, verlangen, verdriet,  weemoed, wanhoop en zo verder. Ondanks dat die onderwerpen vaak in songs terugkomen, blijven ze indruk maken, in ieder geval op wie die gevoelens nog altijd herkent.

Vaak hebben die songs een zekere therapeutische waarde voor de luisteraar, maar je mag hopen dat dat niet zo is voor Jan Henk de Groots nieuwe cd.

De Groninger, die eerder in het Groningse Henkus zat, maakte namelijk een soloplaat over de geboorte en het eerste levensjaar van zijn zoontje Riff. Het derde kind van De Groot en zijn vrouw Paulien van der Wal werd onmiddellijk na zijn geboorte ziek en met gillende sirenes overgebracht naar de intensive care vanwege een slokdarmprobleem.

De Groot doet verslag van de crises die zijn zoons eerste levensjaar bepaalden in tien songs, waarin hij pop en roots combineert met singer-songwriterteksten. Opvallend zijn de meerstemmige zang, de vaak gelaagde melodieën en Michael Nieuwenwegs naar voren gemixte,  melodieuze bas.

Daarbij wisselen hoop en wanhoop elkaar letterlijk af, want diverse keren is Riffs toestand kritiek. Dat de Groot in sommige songs Riffs ziekteverloop niet beschrijft, maar hem toezingt, maakt de songs nog urgenter, net als het feit dat zijn vrouw viool speelt en koortjes zingt en hun dochter Myrthe en zoon Midas ook koortjes zingen in twee songs.

Dat Riff zelf via dat babygekraai en gelach ook doet in Happy boy en zelfs babytrompet speelt, maakt deze intense cd een nachtmerrie die toch nog goed afloopt.

***1/2