Feestelijke muzikale revolutie

Manu Chao’s vorige, Clandestino, leidde aanvankelijk een sluimerend bestaan en werd pas ontdekt door een groter publiek na het succes van het nummer Bongo bong, dat trouwens zo’n tien jaar eerder als King Of Bongo op de gelijknamige cd van de groep Mano Negra stond. De release van deze opvolger werd daarom een half jaar uitgesteld.

Chao blijft zijn principes op deze cd volkomen trouw: hij mixt opnieuw allerlei genres tot een bruisende cocktail tegen de achtergrond van een fictief Zuid-Amerikaans radiostation. Meer dan in het verleden put hij inspiratie uit dubreggae, ska en het werk van Bob Marley, zoals in Mr Bobby. Daarin recyclet hij (net als in het in het Portugees gezongen Homens) zijn King Of Bongo opnieuw, terwijl hij Marley aanroept hem te helpen de ellende van de wereld te vergeten. Ook in diverse andere nummers spiegelt Chao nummers van Clandestino en zo blijft hij binnen zijn eigen universum, dat verder bestaat uit flamenco, swingjazz, chanson en salsa.

Hoewel door de aanstekelijke ritmes en de onpretentieuze sfeer de nadruk gemakkelijk op het zomerse karakter van de muziek komt te liggen, draagt Chao de revolutie en de daaruit voortkomende gerechtigheid nog steeds een warm hart toe. Dat dit hier min of meer onopgemerkt blijft, komt doordat veel van zijn teksten in het Spaans zijn èn doordat Chao als warmbloedig revolutionair ook vol overgave de strijd aanbindt met de liefde. Of de omwenteling die hij bezingt ooit komt, is de vraag, maar met deze soundtrack zou het zeker de dansbaarste machtsgreep in de geschiedenis worden.

***1/2

Geplaatst in Heaven no. 14, september/oktober 2001/no. 5