Derde jeugd.

Rond veterane Bonnie Raitt was het lang stil. Haar Souls Alike dateert alweer uit 2005 en in 2010 toerde ze niet eens na het overlijden van haar vader en haar broer.

Haar inspiratie hervond ze bij producer Joe Henry, met wie ze in twee dagen meer dan tien songs opnam. Toch zijn slechts vier nummers van haar debuut op haar eigen label Redwing uit die sessies afkomstig, want de andere acht nam ze op met haar eigen band, waarin sessieman Mike Finnigan toetsenist Jon Cleary vervangt.

Raitt koos een mix van ballads en uptempo bluesrockers, waarin ze niet als op die vorige experimenteert met geluid of songstructuren. George Marinelli’s gitaren en Raitt’s slide staan centraal, hoewel zij in vijf songs slechts zingt.

In de ballads van onder meer Henry en van voor haar vertrouwde namen Bob Dylan, Paul Brady en Al Anderson (ex-New Rhythm and Blues Quartet) bewijst ze eens te meer hoe goed ze is. Haar stem is zowel iets rauwer dan voorheen als uiterst emotioneel en zweeft over de muziek door haar vrije timing en frasering, net als haar ongeëvenaard warme slidesolo’s.

Gerry Rafferty’s door reggae geïnspireerde versie van Right Down The Line is echter alleen door zo’n solo memorabel, terwijl de twee uptempo bluesrockers er blijkbaar op staan voor de afwisseling. Die doen echter juist door hun volume afbreuk aan de intensiteit van deze plaat, die ondanks veel goede songs de spanning zo niet steeds vasthoudt.

***