Toetsenist Garth Hudson van The Band is op 21 januari overleden in een verzorgingshuis in Woodstock. Hij was 87 jaar oud.
Hoewel het tijdperk van The Band al voorbij was, is toch een symbolisch moment, want de laatste jaren in een slechte gezondheid verkerende Hudson was het laatste nog levende lid van de groep die in 1968 met hun groepsdebuut ‘Music from Big Pink’ in een gehuurd paars huis in Woodstock een eigen muziekgenre creëerde dat slecht door sommigen werd nagevolgd en dat later met terugwerkende kracht werd herkend als het allereerste americana-album.
Hudson was evenals bassist Rick Danko, toetsenist Richard Manuel en gitarist Robbie Roberston een Canadees en net als zij en de uit de zuidelijke Amerikaanse staat Arkansas afkomstige drummer Levon Helm lid van The Hawks, de begeleidingsband van de Canadese rhythm ’n blues-zanger Ronnie Hawkins, met wie ze jarenlang toerden en optraden.
Daarna werden ze via een korte tussenstop als begeleiders van bluesman John Hammond de groep achter Bob Dylan, toen die overstapte naar de elektrische gitaar en in 1965 op wereldtournee ging.
Ze speelden op de legendarische ‘basement tapes’, terwijl Hudson tijdens die sessies ook als opnametechnicus fungeerde.
Hudson was als enige van de vijf muzikaal geschoold, als was hij na een jaar gestopt op het conservatorium.
Misschien dat zijn moeite om klassieke stukken te onthouden en de daaropvolgende ontdekking dat hij kon improviseren daarvan wel de oorzaak was en dus ook van zijn keuze voor de popmuziek.
Zijn bewondering voor Bach, Mozart en Chopin leidde niet alleen tot muzieklessen tegen betaling in de begintijd van The Hawks aan de andere bandleden, die zwaar onder de indruk waren van zijn muziekkennis, maar ook tot het zwaar klassiek aangezette intro van ‘Chest Fever’ op het groepsdebuut.
Hudson was het enige groepslid dat niet zong,
Continue reading