Real World PGCDBR21

ongelooflijk overtraind

De verwachtingen over Peter Gabriel’s nieuwe album waren minstens zo hoog als die over die nieuwe van de Rolling Stones, maar waar de Stones na achttien jaar heel toepasselijk kozen voor de lancering ervan via  a bigger bang, koos Gabriel na 21 jaar de weg van de  geleidelijke exposure. Hij bracht in 2023 elke maand een nummer uit bij volle maan, zij het dan ook in een bright mix, een dark mix én een Dolby Atmos-mix. Ook speelde hij de songs al tijdens zijn wereldtournee van 2024.

Zo ebde de opwinding rond zijn album snel weg, want gaandeweg ontstond een beeld van wat we konden verwachten, al was de vraag hoe de twaalf nummers achter elkaar zouden klinken en of er zulke duidelijke verschillen waren tussen de drie mixen dat het uitbrengen ervan gerechtvaardigd is.

Wie Gabriel’s ‘So’, ‘Us’ en ‘Up’ kent, herkent veel in zijn nieuwe songs, hoewel dat woord er nauwelijks op van toepassing is: de lengte ervan (gemiddeld zo’n zes minuten), de onontkoombare brille van vaste muzikanten als drummer Manu Katché, bassist Tony Levin, gitarist David Rhodes en ook op dit album weer alom aanwezige Brian Eno als gitarist, ukelelespeler, toetsenist en ritmeprogrammeur, de zorgvuldige, meer dan voorheen vaak door strijkers gespeelde arrangementen en de gelaagde productie van Gabriel zelf, zijn karakteristieke, nog net zo intens emotioneel klinkende zang en zijn vermogen om aanstekelijke riffs en melodieën te schrijven, waarin hij zijn eigen oeuvre trouw blijft óf daar schaamteloos uit citeert:

zo echoot ‘Road to Joy’ wel érg prettig ‘Sledgehammer’ én ‘Steam’ en heeft de muziek van ‘Love Can Heal’ veel overeenkomsten met ‘Mercy Street’. Ook nam hij een voorbeeld aan de sfeer in Randy Newman’s ballads in de eerste helft van ‘Playing for Time’ en leende hij de ergens in ‘Olive Tree’ opduikende riff van Blue Oyster Cult’s ‘Don’t Fear The Reaper’.

Tegelijkertijd komt in veel van deze nummers naar voren, dat Gabriel niet heeft kunnen kiezen: hij had na zijn laatste reguliere album ‘Up’ blijkbaar zoveel ideeën en invallen dat hij er niet alleen eindeloos aan schaafde, maar er daarvan ook te veel in veel van deze songs stopte.

Dat leidt niet alleen tot veel verschillende klankbeelden per nummer, maar dus ook tot melodische verbrokkeling, waardoor hij vaak de vaart uit zijn songs haalt en de door hem en zijn getrouwen opgeroepen betovering verbreekt.

Opener ‘Panopticum’ is daarvan slechts een van de voorbeelden: na een gedragen intro komt het nummer majestueus op stoom, gedomineerd door een toetsenriff en Katché en Levin, neemt een klein stapje terug in volume maar bouwt op in dreiging, switcht dan opeens van tempo en sfeer door een opduikende, fel aangeslagen akoestische gitaar en trekt zich daarna opnieuw in gang in weer een ander, eendimensionaal tempo. Dat alles speelt zich af in net iets minder dan twee minuten. Daarna wisselen deze sferen zich af tot het einde ervan.

Die besluiteloosheid blijkt ook uit het uitbrengen van de bright mix, de dark mix én de Dolby Atmos-mix, want alleen goed luisteren naar de eerste twee levert meer op dan minuscule sfeerverschillen: die blijken nog het best, wanneer je beide versies tegelijkertijd kunt afspelen op kwaliteitsapparatuur. Hoewel Gabriel’s fans misschien nog vaker dan gemiddeld een goede muziekinstallatie hebben met fatsoenlijke boxen, zullen velen daarvan niet twee cd-spelers of platenspelers parallel geschakeld hebben…

Tegelijkertijd laat Gabriel zich echter ook weer kennen als een tekstschrijver die een inkijkje geeft in zijn gedachtewereld: tegen alle ellende in de wereld in blijkt hij niet alleen een idealist die hoop ontleent aan de lichtstraaltjes die hij ontwaart, mar ook nog altijd een weemoedig romanticus. Hij ziet kansen voor een nieuwe verbintenis met de aarde, het eerbiedigen van de mensenrechten, het beter functioneren van het rechtssysteem en verbinding tussen alle mensen, maar zingt tegelijkertijd ontroerend over zijn overleden moeder.

Met deze nummers steekt Gabriel na een extreem lange stilte muzikaal en tekstueel zijn nek uit: alleen al doordat deze verloren zoon uiteindelijk toch besloot terug te keren, verdient hij onze bewondering.

***1/2