Jenee Halstead’s The River Grace is niet helemaal nieuw meer, maar zo’n Amerikaanse debuut in eigen beheer verdwijnt makkelijk in het enorme aanbod. Toch besprak b.v. popmagazine Heaven de plaat al lovend besproken in no. 58 – januari-februari 2009/no. 1. Dat was terecht, want wat Halstead in tien soms met anderen geschreven songs laat horen is indrukwekkend.
In een mix waarin country en folk om voorrang strijden, maar waarin ook duidelijke invloeden van singer-songwriter en gospel te horen zijn, roept ze met eenvoudige middelen vaak beklemmende sferen op. Matt Weiner’s zoemende contrabas, Steve Moore’s altijd sfeervolle, vaak fluisterzacht dreigende toetsen, Zak Borden’s mandoline en mandola en Mike Grigoni’s vaak bepalende dobro en pedal steel creëren een broeierig decor zonder een noot te veel te spelen.
Halstead heeft een kristalheldere stem die emotionaliteit koppelt aan een soms metalen klank.
Haar teksten ademen vaak een grote verlatenheid. In het kale Nick Drake heerst de sfeer van de late songs van die folky Engelse singer-songwriter, maar wordt zijn naam nooit genoemd, terwijl in Darkest Day  een verliefd stel vlucht voor de politie met fatale gevolgen.
Toch doet het noemen van slechts deze twee songs de andere eigenlijk onrecht, want ook in de andere songs maken haar woorden indruk door het contrast tussen de schijnbare terloopsheid waarmee ze zingt en haar onderwerpen. Halstead’s songs blijken alle tien van een hoge kwaliteit én intensiteit.

***1/2