Utrechtse roots.

Het debuut van het Utrechtse Swamp Chicken werd in 2007 gunstig besproken in de vaderlandse poppers, maar veroorzaakte daarna weinig ophef meer.

Dat is ook nu nog onbegrijpelijk, want wat Dirk-Jan van der Hoeven – drums/zang, Joris Reijn – bas/zang, O.J. Strijbis – toetsen/zang, Andre Stevens – slide-gitaar/gitaar en Eric Kerns – zang/akoestische gitaar laten horen in elf songs van vooral Kerns en Stevens, is indrukwekkend.
Hun mix van blues, jazz, funk en vleugjes country en pop is geïnspireerd door the Band, the Black Crowes en vooral door Little Feat, maar tegelijkertijd origineel. Juist van het soort van de Feat en Swamp Chicken zijn te weinig groepen om deze muziek een genre te kunnen noemen.

In Swamp Chicken’s vaak complexe, maar groovende songs combineren de vijf swingende riffs met instrumentale virtuositeit zonder de melodie uit het oog te verliezen. Over die dwarse ritmes van Van der Hoeven, Reijn, Strijbis en Stevens spelen de laatste twee smerig swingende solo’s: Strijbis op Hammond en Stevens op slide. Gasten als intelligente percussionist Janco van der Kaaden, blazers Coen Kaldeway en Philip Staut en vurige achtergrondzangeres Emily van Orsouw zorgen regelmatig voor extra lagen in de heldere productie. Slechts drie keer speelt de groep een ballad, maar ook dan zingt de Amerikaan Kerns fel en emotioneel.

Dat de nu al elf jaar actieve band op basis van deze cd geen erkenning vond en daardoor ook nauwelijks optreedt, is een schande. Hun voor later in 2010 geplande tweede moet daarin alsnog hoognodig verandering brengen.

***1/2

www.swampchicken.nl