Junker’s blues.

Op zijn negende reguliere cd worstelt Anders Osborne opnieuw met zijn drugsgebruik. Net als op zijn meesterwerk Living Room bewijst Osborne dat zijn talent voor songschrijven even groot is als dat voor verslaving.

In scènes uit zijn gebruikersleven bezingt hij hoe hij opnieuw wil beginnen, maar niet kan.

Begeleid door drummer Stanton Moore, toetsenist/basist Robert Walter en  gitarist/percussionist Pepper Keenan soleert Osborne zes keer furieus in een mix van elektrische rootsrock en New Orleans-ritmes, maar er zijn ook een schril huppelende reggaesong en drie verstilde ballads.

Naar aanleiding van de dood van een vriend smeekt hij zijn vrouw in de twee laatste songs hem nog een kans te geven. In het echte leven pikte ze hem ooit uit de goot tijdens zijn vorige verslaving, maar of ze dat nu nog een keer wil doen, blijkt op deze cd niet.

****