fantasieloos funkfeest

De Britse zanger-pianist Jon Cleary moest zo’n drie decennia geleden wel naar New Orleans, gefascineerd als hij was door de rhythm-and-blues en funk uit die stad.

Hij groeide daar ondanks een uitzetting snel uit tot een vaste waarde, terwijl hij en zijn songs ook door Bonnie Raitt werd ontdekt: zij maakte hem haar bandleider in de studio en op het podium.

Vanaf 1994 maakte Cleary acht albums met het in Nederland over het hoofd geziene ‘Alligator Lips and Dirty Rice’ als debuut. Dat deed hij met grote tussenpozen en als hij al een carrière nastreeft, verloopt die onder meer daardoor met horten en stoten: deze tien songs vormen namelijk zijn eerste album met uitsluitend eigen nummers sinds ‘Dynamite’ uit 2018, want ‘So Swell’ uit 2023 bevatte toch vooral covers van New Orleans-klassiekers.

Van die tien zijn vier echter nieuwe versies van nummers die hij al eerder uitbracht: ‘So Damn Good’ (‘Moonburn’, 1998 en ‘Jon Cleary and the Absolute Monster Gentlemen’, 2002) en ‘Unnecessarily Mercenary’ (ook ‘Moonburn’) werden ook door Raitt opgenomen, terwijl ze meespeelde op The Meters-klassieker ‘Just Kissed My Baby op ‘Jon Cleary and the Absolute Monster Gentlemen’. De vierde is ‘Boneyard’ (‘Go Go Juice’, 2015).

Doordat dit album bovendien live is opgenomen in Cleary’s huisstudio in New Orleans rijst de vraag of het meer is dan een soort alternatieve ‘greatest hits’, al kende Cleary tot nu toe veel te weinig succes voor zijn talent en had hij dus helemaal nooit een hit.

De sfeer tijdens de sessies was uitgelaten, want Cleary benadrukt in deze nummers zijn feestkant als bijna bezeten bandleider. Daarvoor hoeft hij weinig moeite te doen, want zijn even geroutineerde als enthousiaste hofhouding stelt alles in dienst van funk en Caribische ritmes in een volvet geluid.

Cleary breidde zijn band verleden jaar dan ook al flink uit:

hij speelde zelf piano, gitaar, percussie en zong uiteraard, maar Nigel Hall zat opvallend genoeg achter de Hammond en Rhodes en zong, Xavier Lynn speelde gitaar en Pedro Segundo percussie, A.J. Hall drumde en zong, oer-Absolute Monster Gentleman Cornell Williams baste opnieuw, speelde incidenteel gitaar en zong, terwijl saxofonisten Aaron Narcisse en Jason Mingledorf plus trombonist Charlie Halloran afwisselend dienend of daverend bliezen.

Het resultaat is muziek waarmee Cleary en de zijnen een club, concertzaal of festivalweide  gegarandeerd zullen platspelen, zoals ze met veel van deze nummers al deden op het New Orleans Jazz and Heritage Festival van 2023: ze raasden in zijn studio vaak superstrak en met hoorbaar plezier door de nummers.

Daarmee is echter ook de ruimte uit de nummers verdwenen en dus de spanning die de klassieke funk kenmerkt. Dat die nog het meest hoorbaar is in ‘Just Kissed My Baby’, is al teleurstellend, maar daarin onderbreken een paar onlogische breaks de kunst van het loom uitstellen ook nog. Bovendien vervaagt het onderscheid tussen nummers onderling: het op ‘Uptown Downtown’ volgende ‘Bin A Lil’ Minit’ is daarvan alleen qua tempo te onderscheiden.

Doordat Cleary bovendien voor zijn nieuwe nummers ook nog een cover uitzocht van Lee Dorsey’s ‘Lottie Mo’ en dat hij zijn “Fessa Longhair Boogaloo” duidelijk inspireerde op ‘Junker’s Blues’ van Jack Dupree, houdt hij weliswaar nog steeds de traditie van New Orleans in ere, maar voegt hij er niets meer aan toe. Hij zingt dan ook: ‘Before I make it to the Boneyard/ I’m going to have my fun/I am going to get some lovin’on’. Cleary stelde niet alleen in dat nummer het feest in de studio blijkbaar boven de funk en daardoor stelt zijn nieuwe album toch vooral teleur.

***

Eerdere berichten over Jon Cleary vind je in de categorieën Nieuws, De Rode Draad, Concerttips en New Orleans.

Mijn recensie van ‘Pin Your Spin’ vind je in Recensies New Orleans.