Top Of The Hill.

Waits’ nieuwe is heel anders dan de theatercombinatie Alice en Blood Money van twee jaar geleden, waarop blazers en toetsen zorgden voor omfloerste melancholie.

In vijftien traditiegetrouw met echtgenote Kate Brennan geschreven nummers combineert Waits zijn hoogst eigen ketelmuziek, rauwer en vervormder dan ooit, met klein gehouden ballads. Hij sluit zo goed aan bij geestelijke voorganger Mule Variations, met even veel invloed van honderd jaar blues, folk en gospel.

Onderworpen aan zijn grillige ideeën, maar zonder zijn toetsen, roepen oudgedienden als Primus-bassist Les Claypool en –drummer Brain, gitaristen Marc Ribot en Harry Cody en bassist Larry Taylor gretig muzikale landschappen op. Die variëren van het bloeddronken huurlingenlied Hoist That Rag tot afsluitende pendant Day After Tomorrow. Daarin is Waits een totaal ontgoochelde soldaat, bang te sneuvelen, die de filosofisch interessante vraag opwerpt wiens gebeden níet worden verhoord als er maar een god is.

Ook andere muzikaal ingetogen ballads zijn geen achtergrondmuziek, al fluistert Waits zijn griezelverhalen: het beklemmende Sins Of The Father verraadt slechts langzaam wie de rekening betaalt en het bedrieglijk deinende Dead And Lovely beschrijft de onafwendbare ondergang van een meisje dat valt voor de verkeerde.

In een alom brandende wereld schetst Waits ook een inktzwart, maar overtuigend beeld van failliete liefdes, waarbij berusting en verzet ook muzikaal om voorrang strijden. Zo laat deze duivelskunstenaar je vergeten, dat hij al lang en gelukkig getrouwd is: tenslotte was hij ook als eenentwintigjarige nooit soldaat.

***1/2

gepubliceerd in Heaven no. 34, januari-februari 2005/no. 1