Popprofessor.

Nik Freitas heeft al drie hier onopgemerkte cd’s op zijn naam. Misschien hadden we ook nooit van deze vierde gehoord, als Bright Eyes-voorman Conor Oberst hem inmiddels niet inzette als gitarist. Diens Team Love-label brengt dan ook Freitas’ vierde uit.
De man die ooit fotograaf was van een skateboardblad speelt in zijn tien nieuwe eigen songs  traditiegetrouw weer alle instrumenten zelf. Zijn nummers zijn desondanks veel verzorgder dan die van zijn baas. Voor zijn inspiratie put hij namelijk vooral uit de popmuziek van de late jaren zestig en zeventig: invloeden zijn onder meer Paul McCartney en the Kinks, maar ook een band als Crowded House.
Freitas doet echter veel meer dan stilistisch navolgen. Hij wilde op de gammele tweedehands apparatuur van zijn huisstudio tien keer opnieuw niet minder dan de perfecte popsong uitvinden en slaagde ook nog in die moeilijke opgave. Zijn melodieën blijken catchy, maar rijk voorzien van tegenmelodietjes, bijvoorbeeld gespeeld op een prominente bas. Over onverwachte wendingen strooit Freitas ook nog regelmatig rootsy accenten als een bluesy piano of dienende gitaarsolo’s. Toch laat hij ruimte, waardoor zijn songs een natuurlijk evenwicht vinden.
Over die sfeervolle muziek zingt Freitas laconiek weemoedige teksten met meeslepende, meerstemmige refreinen. Omdat de vorm daarbij de inhoud ondersteunt, is hij rijp om met terugwerkende kracht ontdekt te worden. Deze tien songs hebben in ieder geval alle ingrediënten om klassiek te worden.

****

Gepubliceerd in Heaven no. 59, maart-april 2009/no. 2