elke dinsdagavond van 20:00 - 22:00 op RTV Katwijk op 106.8FM en via deze site


Uitzending gemist

Category: Dossier Ook al dood….. (Page 1 of 21)

Toni Price overleden

In Austin is zangeres Toni Price op vrijdag 22 november overleden aan een hersenbloeding. Ze was 63 jaar.

Price maakte van 1993 tot 2010 acht albums en twee ep’s en was in Austin een beroemdheid, maar daarbuiten niet.

Dat ze alleen nummers van anderen zong was daarvan niet de reden, want dat doen sommige andere groten ook, maar ze weigerde ook op tournee te gaan.

Ze trad jarenlang wekelijks op in Antone’s en later in de Continental Club, de Little Darlin’ en de Devil Backbone Tavern in het ruwweg dertig mijl verderop gelegen Fischer en verwierf daarmee een vaste lokale aanhang.

De geadopteerde Price werd geboren in Philadelphia maar groeide op in Nashville, waar ze als tienjarige al meedeed aan een talentenjacht en daarna een paar country and western-singles opnam.

Nadat ze in 1989 op South By South West had opgetreden, verhuisde de ze naar Austin op aandringen van haar manager, die vond dat ze daar muzikaal meer thuishoorde.

Toen had de songschrijver Gwil Owen al ontmoet, die acht van de vijftien songs van haar debuut ‘Swim Away’ schreef. Ook voor haar latere albums werd hij haar huisleverancier.

Ze had toen de country al lang achter zich gelaten en zong nummers in allerlei rootsy stijlen.

Behalve songs van Owen, zong ze nummerss van onder anderen David Olney, Blaze Foley en J.J. Cale.

Ze won veel Austin Music Awards in diverse categorieën en werd in 2017 lid gemaakt van de Austin Hall of Fame.

In 2001 publiceerde de Austin Chronicle een lang sfeerstuk over haar:

Continue reading

Pete Sinfield overleden

De Engelse songschrijver Pete Sinfield is op 14 november jl. overleden aan een niet bekendgemaakte doodsoorzaak. Hij was tachtig jaar oud.

Sinfield werd aan het eind van de jaren zestig bekend als lid, maar toch vooral als tekstschrijver van de progrock-band King Crimson.

Voor die groep was hij naast tekstleverancier ook roadie, belichtingsman en geluidstecnicus bij optredens. Bovendien was hij een van de oprichters, verzon hij de groepsnaam en regelde de oefenruimte voor de groep. 

Van 1969 tot 1971 was hij medebepalend voor de muziek van de groep: hij schreef de teksten en koos de afbeeldingen voor de spraakmakende hoezen van de eerste vier albums van de groep, terwijl hij de albums ook produceerde samen met gitarist Robert Fripp.

Dat hij de groep op aandrang van Fripp had verlaten, produceerde hij Roxy Music’s debuut en bracht hij in 1972 een soloalbum uit, ‘Still’. Ook publiceerde hij Under the Sky’, een poëziebundel.

In 1973 werd Sinfield door gitarist Greg Lake gevraagd teksten te schrijven voor Emerson, Lake & Palmer, een progrock-formatie waarvan Lake lid geworden was, nadat hij uit King Crimson was gestapt. Ook schreef hij teksten voor het eerste soloalbum van Gary Brooker, de zanger van Procol Harum.

In de jaren tachtig en negentig schreef hij songs voor heel andere acts, bv. voor Cher, Cliff Richards, Leo Sayer en Celine Dion en eendagsvliegen Bucks Fizz en Five Star:

Continue reading

Shel Talmy, producer van onder meer The Kinks en The Who, overleden

Producer Shel Talmy is overleden. Hij was 87 jaar oud en stierf aan een hersenbloeding.

Talmy is geen bekende naam geworden, maar produceerde ‘ You Really Got Me’, de derde single van The Kinks in 1964 en zowel het album ‘My generation’ als de single van die naam van The Who, bepalende songs uit de vroege jaren zestig. Daarvoor had hij ook al de eerste single van die groep geproduceerd, ‘ I Can’t Explain’. 

Verder produceerde onder meer hij ‘ Friday On My Mind’ van The Easybeats, The Amen Corner’s ‘ If Paradise Ws Half As Nice’  en nog veel Kinks-singles, waaronder ‘ All Day and All of the Night’ , ‘ Dedicated Follower of Fashion’, ‘ Well Respected Man’ , ‘ Sunny Afternoon’ en ‘Waterloo Sunset’ en een hele serie albums van die groep.

Later produceerde hij ook folkacts als Pentangle, Roy Harper, Ralph McTell en Tim Rose en uiteindelijk ook punkbands als The Damned. De productie van hun single ‘ Stretcher Case Baby/Sick of Being Sick’ is van hem.

De in Chicago geboren Talmy werkte als geluidstechnicus in de Conway Studios in Los Angeles onder leiding van eigenaar Phil Yeend, met wie hij een interesse deelde voor het verzinnen van nieuwe opnametechnieken.

Talmy ging in 1962 naar het Verenigd Koninkrijk en werd daar onder valse vlag producer bij label Decca: hij liet nummers horen die zijn vriend en producer Nick Venet had geproduceerd en aan hem had meegegeven om indruk te maken. Op basis daarvan kon hij beginnen.

Ook richtte hij een productiemaatschappij op en nam The Who onder contract.

Daarnaast produceerde hij veel andere grote Engelse bands uit de jaren zestig: de vroege David Bowie, Manfred Mann en The Small Faces.

Hij huurde de jonge Jimmy Page in als sessiegitarist voordat die bij The Yardbirds en Led Zeppelin furore zou maken en had vaak Glyn Johns als technicus.

In 1979 keerde hij terug naar de VS, waar hij tot ongeveer 2003 weer in de muziek werkzaam was.

Libby Titus overleden

In New York is Libby Titus op 13 oktober overleden op 77-jarige leeftijd. Een doodsoorzaak is niet bekend gemaakt.

Titus was misschien maar een voetnoot in de muziekindustrie, maar wel een interessante.

Zij maakte ooit twee solo-lp’s, beide naamloos: in 1968 kwam de eerste uit en in 1977 de tweede.

Voor geen van tweeën schreef ze veel songs zelf, maar wel schreef ze samen met Eric Kaz ‘Love Has No Pride’, een nummer dat ze voor die tweede opnam, maar dat in 1972 al een klassieker werd in de uitvoering van Bonnie Raitt. Daarna namen ook Linda Ronstadt, Rita Coolidge en Rod Stewart het onder anderen op.

Aan het eind van de jaren zeventig schreef Titus ook enkele songs met Burt Bacharach, Carly Simon en Dr. John en op Donald Fagen’s soloalbum ‘Kamakiriad’ staat het door Fagen en haar geschreven ‘Florida Room’.

Titus nam eind jaren zestig tijdens een kort huwelijk met Barry Titus de achternaam van haar eerste echtgenoot aan, maar had daarna een lange relatie met Levon Helm, uiteraard de drummer van The Band. Met hem kreeg ze dochter Amy, die ook singer-songwriter werd. Daarna was ze vanaf 1993 tot haar overlijden de vrouw van Steely Dan-voorman Donald Fagen.

Dat ze in de jaren voor dat huwelijk samen met Fagen eigenlijk aan de wieg stond van de New York Rock and Soul Revue en er zo indirect ook voor zorgde dat de band tussen Fagen en Walter Becker werd aangehaald, maakte haar opnieuw een schakeltje in de muziekgeschiedenis.

Simon schreef  het nummer ‘Libby’ over haar (‘Another Passenger’- 1976), Dr. John ‘Pretty Libby’(‘The Brigthest Smile in Town’-1983), terwijl ook Donald Fagen’s ‘The Great Pagoda of Funn’ (‘Morph the Cat’- 2006) over haar zou gaan.

Titus leek zich helemaal te hebben teruggetrokken uit de muziek en kwam alleen op 4 januari 2016 nog in de publiciteit na een vermeend geval van huiselijk geweld, waarbij Fagen haar arm zou hebben gekneusd in hun appartement. Fagen werd gearresteerd en kreeg aanvankelijk een contactverbod. Titus zei vervolgens van Fagen te zullen scheiden, maar de twee verzoenden zich en gaven een verklaring van die strekking uit.

‘Variety’ heeft een complete necrologie van een vrouw die haar leven lang in de schaduw van grotere muzikanten leefde, maar die levens desondanks behoorlijk beïnvloedde:

Continue reading

saxofonist Amadee Castanell jr. overleden

Saxofonist Amadee Castanell jr. is overleden op 27 september. Hij was 76 jaar oud.

Castanell was de leider van de groep Milk Chocolate, die al werd gevormd op de middelbare school van de leden in New Orleans en een hit had met ‘Action Speaks Louder Than Words’. Dat nummer en andere namen ze op in SeaSaint Studio van Allen Toussaint en en zijn zakenpart Marshall Sehorn.

Allen Toussaint had de groep daarna een platencontract bezorgd en produceerde ‘Comin’ ’, hun derde album, maar een groot succes werden hun albums niet. Wel werd Milk Chocolate voor Toussaint zijn vaste studioband nadat de Meters een eigen carrière startten.

Zo waren zij bijvoorbeeld de muzikanten die Lee Dorsey begeleidden op zijn comeback-album ‘Night People’.

Castanell was lang lid van de liveband van Toussaint en begeleidde hem op optredens tijdens het New Orleans Jazz & Heritage Festival, maar werkte als sessiemuzikant ook met Dave Bartholomew, Johnny Adams, Fats Domino, Dr. John en Jon Cleary. De samenwerking met Toussaint duurde tot diens dood in 2015.

Offbeat heeft uiteraard een groot in memoriam over hem:

Continue reading

New Orleans-bassist George French overleden

In New Orleans is al op 29 augustus bassist George French overleden, vermoedelijk aan de gevolgen van corona. Hij was 79 jaar oud.

French groeide op in het New Orleans van de jaren vijftig van de vorige eeuw, toen daar in de schaarse opnamestudio’s en op de vele podia rhythm-and-blues werd gespeeld, maar hij luisterde ook naar de moderne jazz van die dagen.

Als tiener werd hij al door Dave Bartholomew ingehuurd om te bassen tijdens opnamesessies met Fats Domino in de studio van Cosimo Matassa. Misschien speelde daarbij ook een rol dat hij Bartholomew’s neef was, maar dat is speculatie.

Ook speelde hij mee op New Orleans-klassiekers als ‘Trick Bag’ van Earl King, ‘Barefootin’’van Robert Parker en ‘Handa Wanda’ van Bo Dollis and the Wild Magnolias en werd hij daarmee direct deel van de roemruchte muziekgeschiedenis van de City That Care Forgot.

Later speelde hij in Willie Tee and the Souls, Bob French and the Continentals en Red Tyler and the Gentlemen of Jazz en zijn eigen George French Trio.

Verder was hij te horen op opnames van Bob French and the Storyville Jazz Band, The Dukes of Dixieland en het James Rivers Quartet.

Ook had hij in de Crescent City een reputatie als soulvol zanger.

Hij trad jaarlijks op met een eigen groep op het New Orleans Jazz and Heritage Festival.

WWOZ, de publieke omroep van New Orleans, heeft een video van zo’n inderdaad wel erg jazzy optreden uit 2018 online staan, waarin French dienend speelt in een bezetting met drums, piano, gitaar en saxofoon, maar af en toe ook zingt:

Continue reading

JD Souther overleden – update

John David Souther is op dinsdag 17 september thuis in de staat New Mexico overleden op 78-jarige leeftijd.

JD Souther  bleef weliswaar zelf altijd in de schaduw van degenen met wie hij werkte, maar hij was wel degelijk medebepalend voor het populair worden van de countryrock in de jaren zeventig.

Vooral als songschrijver was hij belangrijk, want hij schreef mee aan veel songs van de Eagles, doordat hij bevriend was met Glenn Frey en Don Henley.

Hij ontmoette Frey al aan het eind van de jaren zestig in Los Angeles en begon Longbranch Pennywhistle met hem.

Hij schreef met diverse Eagles mee aan ‘James Dean’, ‘Best of my Love’, ‘New Kid in Town’ en ‘Heartache Tonight’ en was hij als een van de desperado’s te zien op de achterkant van het tweede album van de Eagles.

Ook op het tamelijk lachwekkende comeback-album van de groep, ‘Long Road Out of Eden'(2003) stond weer een compositie van hem, al had hij met ‘How Long’ zo ongeveer letterlijk het door Glenn Frey en Jackson Browne geschreven ‘Take It Easy’ (Eagles – 1972) herschreven.

Hij werkte in de jaren zeventig en later ook samen met James Taylor en Bob Seger en zou relaties hebben gehad met Linda Ronstadt, Joni Mitchell en Stevie Nicks.

Zijn eigen albums werden nooit erg succesvol, al maakte hij er van 1972 tot 1984 vier: John David Souther (1972), Black Rose (1976), You’re Only Lonely (1979) en Home By Dawn (1982).

Ook was hij na zijn debuut twee jaar lang lid van de als supergroep gelanceerde Souther-Hillman-Furay Band, die ontstond op initiatief van platenbaas David Geffen, maar nooit van de grond kwam, al maakte de groep twee albums: The Souther-Hillman-Furay Band (1974) en Trouble in Paradise (1975).

Hij schreef nummers voor onder anderen Linda Ronstadt en Bonnie Raitt, maar zijn grootste hit was het duidelijk op Roy Orbison geïnspireerde ‘You’re Only Lonely’. Met James Taylor schreef en zong hij ‘Her Town Too’.

In 2008 maakte hij een onverwachte comeback met het even sterke als jazzy album ‘If the World was You’. In 2011 verscheen ‘A Natural History’, waarop hij zijn eigen songs deed in nieuwe, spaarzaam begeleide versies, maar soms met orkest, en in 2015 ‘Tenderness’.

In 2013 werd hij lid gemaakt van de Songwriters Hall of Fame. Bij die gelegenheid was de jury misschien iets te lovend, toen hij ‘a principal architect of the Southern California sound and a major influence on a generation of songwriters’ werd genoemd.

Souther speelde ook in televisieseries als ‘thirtysomething’, ‘Nashville’ en ‘Purgatory’ en in films als ‘Postcards from the Edge’ en ‘Deadline’.

Op 24 september zou hij op tournee gaan met Karla Bonoff, ook een nooit echt doorgebroken singer-songwriter uit de jaren zeventig.

Inmiddels heeft de groep die zich vandaag de dag de Eagles genoemd een in memoriam geplaatst op hun website.

Om dat te kunnen lezen, moet je wel eerst de pagina wegklikken die je probeert te verleiden kaartjes te kopen voor een van hun gelikte greatest hits-concerten in de The Sphere in Las Vegas, een concertreeks waarmee ze alweer hun geloofwaardigheid te grabbel gooien en misschien onbedoeld ook JD Souther beledigen:

Continue reading

sessiebassist Herbie Flowers overleden

De Engelse sessiebassist Herbie Flowers is op donderdag 5 september overleden op 86-jarige leeftijd. Een doodsoorzaak is niet bekend gemaakt.

Flowers wordt in de meeste necrologieën alleen genoemd vanwege zijn baspartijen in Lou Reed’s ‘Walk on the Wild Side’. Die gingen inderdaad de popgeschiedenis in en worden nu bijvoorbeeld ook nog misbruikt in een tv-commercial.

Bijzonder aan die baspartij was, dat hij zowel contrabas als elektrische bas speelt, wat een bijzonder geluid oplevert. Zelf zei hij overigens dat hij op die manier twee keer betaald kreeg. Daarbij moeten we ons geen buitenhuizen of tropische eilanden voorstellen en zelfs geen nieuwe auto, want het leverde hem eenmalig zeventien pond op en dat was ook in 1972 geen groot bedrag…

Ook was hij daarvoor al de het geluid bepalende bassist op David Bowie’s ‘A Space Oddity’:

Continue reading

Britse bluesgigant John Mayall overleden

John Mayall is op maandag 22 juli in zijn huis in Californië overleden. De overigens al vanaf 1969 in de VS wonende ‘godfather of British blues’ was 90 jaar oud. Een doodsoorzaak werd niet bekend gemaakt.

Mayall bracht nog altijd nieuwe albums uit en toerde tot zijn 88e nog altijd onvermoeibaar, hoewel zijn dagen van grote populariteit ver achter hem lagen.

Hij gaat de geschiedenis is als de man die het Verenigd Koninkrijk eigenhandig tot de Amerikaanse blues bekeerde in de vroege jaren zestig van de vorige eeuw en een grote neus had voor talent: in zijn Bluesbreakers zaten onder anderen gitaristen Eric Clapton, Peter Green en Mick Taylor, drummers Mick Fleetwood en Aynsley Dunbar en bassist John McVie.

Zijn  tweede lp ‘Blues Breakers’ was in 1966 een sensatie.

Ook in de VS werkte hij met grote bluesmannen: onder anderen Walter Trout en Sonny Landreth maakten een tijd deel uit van zijn groep.

Mayall wordt in oktober van dit jaar dan toch eindelijk lid gemaakt van de Rock & Roll Hall of Fame. Hoewel hij daarvan op de hoogste was, komt de officiële toekenning toch te laat voor hem, al werd hem eerder dit jaar al wel een Musical Influence Award toegekend.

Ook andere onderscheidingen vielen hem ten deel: zo werd hij in 2016 lid van de Blues Hall of Fame en werd hij in 2005 al door Elizabeth II benoemd tot Officer of the Most Excellent Order of the British Empire.

Mayall maakte zeker meer dan veertig albums en bracht in 2022 nog ‘The Sun Is Shining Down’ uit. Het openingsnummer daarvan heet ‘Hungry and Ready’….

Continue reading

Bernice Johnson Reagon overleden

Bernice Johnson Reagon is overleden. Zij was  81 jaar oud. Haar doodsoorzaak is niet bekend.

Reagon was een belangrijke figuur in de strijd voor de burgerrechten voor de zwarte Amerikanen en een van de oprichter van The Freedom Singers, die later opgingen in a capella-groep Sweet Honey in the Rock.

Reagon werd in 1961 veroordeeld tot een gevangenisstraf voor deelname aan een demonstratie voor burgerrechten en ook van de universiteit verwijderd in Albany, Georgia.

Tijdens die demonstraties raakte ze ook doordrongen van de kracht van de ‘freedom songs’ die vooral de oudere deelnemers zongen en in 1962 richtte ze met Cornell Reagon en anderen de Freedom Singers op. Die maakte deel uit van de Student Nonviolent Coordinating Commitee (SNCC).

De groep ging op tournee door de VS om zo geld in te zamelen voor de SNCC en zongen daarbij ook liederen waarbij ze verslag deden van actuele gebeurtenissen. ‘They Laid Medgar Evers In His Grave’ gaat bijvoorbeeld over de dood en de begrafenis van een zwarte burgerrechtenactivist.

Daarna richtte ze in 1966 de Harambee Singers op en ze formeerde Sweet Honey In The Rock, terwijl ze Vocal Director of the Black Repertory Theater was op Howard University in Washington, de universiteit waar ze ook afstudeerde.

Sweet Honey In The Rock was een roep die bestond uit zwarte vrouwen die a capella zongen over de situatie van de zwarte Amerikanen.

Johnson Reagon was van 1973 tot 2003 de leider van die formatie, die drie keer werd genomineerd voor een Grammy en albums maakte als het titelloze debuut, ‘In This Land’, ‘Sacred Ground’ en ‘The Women Gather’.

In 1993 schreef ze ook de biografie van de groep: ‘We Who Believe in Freedom: Sweet Honey in The Rock, Still on the Journey’:

Continue reading
« Older posts