Zeven kinderen van Ray Charles zullen ongetwijfeld blij zijn, want zij hebben het proces gewonnen dat tegen hen was aangespannen door de Ray Charles Foundation.
Dat klinkt inderdaad meer dan vreemd, maar het geschil ging om geld en dan worden de vreemdste meningsverschillen logisch.
Zij hadden namelijk afgezien van het recht op royalties in ruil voor een som van 500.000 dollar ieder en die overeenkomst was gesloten door
Nu hebben zij de rechten terug op ongeveer zestig van Charles’ klassiekers, waarondeer I got a woman en Hallelujah I love her so.
Behalve om geld, draait ook deze rechtszaak om de vraag bij wie het copyright op een compositie eigenlijk berust.
De rechter heeft dan ook in feite besloten dat Ray Charles eigenaar is gebleven en dat dat copyright nu toevalt aan zijn erfgenamen en niet, zoals Charles zelf deed, weggegeven kan worden aan een ander.
Die uitspraak is het logische gevolg van een Amerikaanse wet die inhoudt dat de rechten op songs vijfendertig jaar na publicatie kunnen worden teruggeëist. Op die manier stelt die wet dus de schrijvers en uitvoerenden centraal:
Eerdere stukken over het copyright vind je in de categorie Dossier: crisis in de platenindustrie.