Rootsster in wording.

In Amerika is zanger-gitarist Eric Lindell hard onderweg nationaal bekend te worden. Van zijn vorige twee Alligator-cd’s verkocht hij al 24.000 exemplaren, ook omdat hij in Late Night With Conan O’Brien zat.

Het is de beloning voor volhouden, want Lindells debuut op Alligator, Change In The Weather, bevatte een selectie van songs die hij vanaf 2002 op vier cd’s zette voor zijn eigen Sparco Records.

De uit Californië afkomstige Lindell ontdekte daar de blues al vroeg, maar kwam in 1999 naar New Orleans. Onder meer Galactic’s funky ritmesectie speelde live met hem. Ook deze keer doen drummer Stanton Moore en bassist Robert Mercurio weer mee op acht van de vijftien songs. Lindell schreef er twaalf en coverde verder de Buck Owens-klassieker Crying Time en songs van Delbert McClinton en Waylon Jennings/Willie Nelson.

Vijftien keer houdt Lindell zo koers: zijn energieke mix van rhythm ‘n’ blues, soul, rootspop en calypso-invloeden is nog even effectief als op die vorige cd’s. Hij schreef namelijk opnieuw catchy songs, die hij bovendien traditiegetrouw onder de drie of vier minuten houdt. In zijn elementaire productie wisselt hij zijn schorre, gretige zang af met energieke solo’s van hemzelf én van saxofonist Jimmy Carpenter.

Ondersteund door zijn competente, stuwende band leidt zijn mengsel van invloeden tot zeldzaam bondige en goed in het gehoor liggende songs. Daarom verdient Lindell een ster te worden in het wereldwijde rootsland.

***1/2

Gepubliceerd in Heaven no. 61, juli-augustus 2009/no. 4