Liefdevolle hommage.

Theessink eerde op het recent verschenen, door Arlo Guthrie en hem geïnitieerde Banjo Man [A Tribute To Derroll Adams] een van zijn invloeden. Nu betuigt hij zijn respect aan zijn andere leermeesters in veertien nummers. Hoewel deze Enschedénaar inmiddels heel lang in Oostenrijk woont, leeft hij immers al zo’n veertig jaar voor de akoestische blues uit de Zuidelijke staten van de V.S.
Theessink covert nummers van groten als Robert Johnson en Reverent Gary Davis en komt via composities van Leadbelly en Fred McDowell bij John Fogerty terecht. Naast twee door hem gearrangeerde traditionals zingt hij ook zijn eigen Rained Five Days, dat naadloos aansluit bij de rest.
Incidenteel begeleid door enkele van zijn muzikale gezellen (tubaspeler Jon Sass, bassist Danny Thompson en Linda Tillery en haar Cultural Heritage Choir) interpreteert Theessink de klassiekers met eerbied, maar trekt ze tegelijkertijd naar zich toe door zijn laid-back zang. Ook in de muziek legt hij eigen accenten: zijn indrukwekkende, altijd dienende gitaarspel vloeit samen met Sas’ tuba in de traditionelere nummers, terwijl Thompson’s spel de link met jazz legt en in de achtergondkoortjes gospel nooit ver weg is.
Op die manier houdt Theessink zijn muziek levendig, ook in al veel gecoverde klassiekers als St. James Infirmary en I’m So Lonesome I Could Cry. In de voor hem zo kenmerkende kristalheldere productie brengt Theessink zo de blues terug tot haar essentie, terwijl hij haar tegelijk persoonlijk interpreteert. Daarmee bewijst hij een ware bluesman te zijn.

****

Gepubliceerd in Heaven no. 25, juli-augustus 2004/no. 4