www.richdepaolo.com

schatkamer

De eerste van de twaalf songs op zanger-gitarist Rich DePaolo’s tweede album heet ironisch ‘More of the same’. DePaolo’s debuut ‘For the loss of divinity’ bevatte vergelijkbare nummers, maar verscheen al in 2003 in eigen beheer, zodat weinigen die zullen kennen. Bovendien bezingt hij in die song sterren die koste wat kost ster willen blijven, iets waarvan hij duidelijk niet droomt, noch kan dromen: hij is vooral producer, engineer en gitarist voor anderen.

Die song is een ideale opmaat voor zijn album, want zijn majestueuze akoestische openingsakkoorden, de stuwende drums en bas, de echoënde elektrische gitaar op de achtergrond en zijn onderkoelde, melancholieke zang zijn perfect uitgebalanceerd en illustreren zijn belangrijkste thema muzikaal: de vaak terloops uitgewerkte tegenstelling tussen principes en dagelijkse hebzucht, jaloezie en egoïsme.

Hoewel zijn tweede nummer te jachtig rockt, zijn ballads en medium-temposongs in de meerderheid. Die hebben doordachte, natuurlijk vloeiende melodieën en zijn muzikaal afwisselend, terwijl DePaolo zowel solo als in zijn koortjes even spijtig als mooi zingt.

Hij gebruikt daarbij meestal kleine instrumentaties: drummer Bill King, Michael Savage op orgel of harmonium, soms aangevuld met Robby Aceto’s gitaarloops, en hijzelf op bas en gitaar. Vaak is dat een evocatieve elektrische, maar soms ook een dobro of een Spaanse gitaar.

Zo combineert hij singer-songwriter en folkrock origineel. Twee nummers bevatten een strijkkwartet en dat trekt ze toe naar wat ooit ‘pop’ genoemd werd, maar de meeste zijn intens door hun kaalheid. Juist in die songs blijkt dat totaal onbekende DePaolo een grote is.

***1/2

Ruud Heijjer