Maatmelancholie.

Voor Geert Maris, frontman van Nona Mez, is alles veranderd, al is alles hetzelfde gebleven. Na twee door hem zelf volgespeelde cd’s in eigen beheer vol melancholieke prachtpop, geïnspireerd door bijvoorbeeld Nick Drake en door zijn geliefde, speelt hij op zijn derde tien nieuwe nummers met een complete band.

Drummer Davy Deckmijn en bassist Bart van Lierde zijn samen ook de ritmesectie van Zornick, terwijl Peter Pázmány toetsen speelt en Maris zelf zingt en akoestische gitaar speelt. Natuurlijk houdt Maris ook nu alle touwtjes in eigen hand. Van een reguliere band is volgens hem dan ook geen sprake, omdat democratie in een groep niet werkt. Toch levert de samenwerking wel een wat opener en natuurlijker klinkend geluidsbeeld op dan voorgangers Songs Of Leaving en Cast in Concrete.

Nog sterker dan op die vorige twee is Maris’ persoonlijke weemoed aanwezig. Invloeden als Leonard Cohen, Ani DiFranco en Ryan Adams verwekt hij opnieuw op eigen wijze, waarbij de melancholie in zijn teksten opnieuw vaker terloops wordt gesuggereerd dan benoemd.en wordt gecompenseerd door licht klinkende melodieën.

Zonder concessies te doen aan zijn uitgangspunten slaagt Maris er zo in dichter bij de hitparade te komen dan te voren, maar ook deze keer krijgen zijn songs je langzaam maar onafwendbaar in hun wurggreep. Die blijkt bij herhaald luisteren gelukkig nog net zo krachtig als voorheen: Maris is al een ster op dat door hemzelf afgebakende terrein.

***

Gepubliceerd op www.popmagazineheaven.nl bij heaven no. 41, maart-april 2006/no. 2