www.jessemoore.com

Eigentijdse klassieker.

The Hoodoo Man, import-New Orlenian Moore’s eerste, was een veelzijdige cd met invloeden uit blues en pop, maar vooral funk. Zijn zelfgeschreven songs klonken enthousiast en swingend. Afsluiter You Won’t Be There sprak singer-songwriter/producer Anders Osborne blijkbaar het meest aan, een verstilde akoestische ballad over het verdriet van het gemis.

Osborne buit die kant duidelijk uit op Moore’s tweede. Moore profileert zich in elf songs als singer-songwriter, waarvan paradoxaal genoeg maar vijf van hemzelf. Die verstilling wordt nog vergroot door de begeleiders: gitarist John Fohl, toetsenist John Gros, bassiste Casandra Faulconer en drummer Kevin O’Day lieten al vele malen overbodige noten weg. Moore’s eigen opener zet daarbij de toon: Gros’ gruizige orgelflarden, O’Day’s licht tikkende drums en Faulconer’s daaromheen kronkelende bas versmelten met Moore’s akoestische gitaar. Daaroverheen zingt hij, trekkend aan de lettergrepen. Halverwege valt Fohl pas in, alleen heldere riffjes spelend.

Ook in de andere nummers krijgt Moore de ruimte voor zijn emotionele zang. Hij verwerkt nummers van Lyle Lovett en John Fohl tot onderdelen van een cyclus over liefde en verlies, net als Osborne/Ragsdale’s It’s Going To Be Alright. Dat alternatieve New Orleans-volkslied is ook bekend van Theresa Andersson. Zo bezingt hij de verschillende stadia van verdriet, verwerking en berusting aan het einde van een langdurige relatie. Toch zouden zijn teksten door de ambiguïteit ook het New Orleans van voor Katrina kunnen gaan. Zo perst Moore onverwacht een tijdloos meesterwerk uit zijn verdriet in Osborne’s rootsy prachtproductie.

****

Gepubliceerd op www.popmagazineheaven.nl bij Heaven no. 45, oktober-november 2006/no.5