Continental Record Service
scheepsrecht?
De in New-York wonende zanger-toetsenist Moses Patrou speelde al met de Chris Bergson Band op een aantal songs van diens recente album ‘Comforts of Home’ en daarvoor met bijvoorbeeld jazzy pianist Ben Sidran. Ze waren weg van zijn hese stem en zijn funky Hammond, Wurlitzer, clavinet en piano en in de dertien songs op zijn derde eigen album is goed te horen waarom.
Patrou speelt met een kleine band heel vaak gortdroge funk waarin drummer Diego Voglino ingehouden en intelligent de maat houdt. Zo stuwt hij de songs swingend voort in combinatie met bassist Tony Scherr en ritmische riffs spelende gitaristen als Luca Benedetti of Ed Cherry, terwijl Patrou daar zijn toetsenflarden overheen legt en erbovenuit zingt met invloeden uit gospel, soul en countryblues.
De eerste van zijn dertien songs op dit derde album bewijst dat overtuigend:
Voglino slaat even relaxte als rake klappen, Scherr speelt daar ploppend tussendoor, Cherry’s gitaar knerpt en Patrou’s orgel zuigt.
In vier nummers voegen saxofonist Al Falaschi, trombonist Courtney Larsen en trompettist Jim Doherty daar nog lekkere lijnen aan toe, terwijl Patrou in bijna alle songs achterna gezeten wordt door een achtergrondkoortje.
Dat hij een aantal jaren in New Orleans woonde, zal zijn voorkeur voor deze relatief kale swing hebben gestimuleerd, net als het feit dat hij in zijn jeugd zijn vader zag spelen met James Brown’s drummer Clyde Stubblefield én hij zelf ook drums en percussie leerde spelen. Dat eerste doet hij stijlvol op twee songs: single ‘Who’s It Gonna Be’ en het direct aan New Orleans refererende ‘Land of the Good Groove’, terwijl hij in al zijn nummers percussie speelde.
Zijn meeste nummers zijn mediumtempo of ballads, zodat hij alle tijd krijgt om zijn woorden te vertragen of te versnellen en ze rond de tel te buigen. Zelf noemde hij als belangrijkste invloeden Allen Toussaint, Ray Charles en Al Green en inderdaad komen The Meters onmiddellijk als referentie naar voren, maar Patrou’s teksten zijn belangrijker dan die van die iconen. Ze zijn een wezenlijk onderdeel van zijn songs: hij zingt niet alleen smachtend over de liefde en verlatenheid, maar ook bijvoorbeeld met gevoel over werkloos zijn.
Hopelijk blijkt Patrou’s derde album een klapper, want zijn ‘Introducing’ (2007) en ‘Can’t Stop, Vol. 1’ (2013) zijn inmiddels jammer genoeg alleen nog digitaal verkrijgbaar.
****