Sinds de film ‘Ex-drummer’ is het aanzien van de galeislaven van het ritme nog verder gedaald. Natuurlijk, dat boek van Herman Brusselmans is zo’n vijftien jaar oud. Echter: zíen hoe Een Bekende Schrijver een al breed onderschatte groep ongegeneerd te schande maakt in beelden die geweld verheerlijken, is iets anders dan de roman walgend van je af kunnen werpen. Het beeld betovert, helaas, en is daarom verslavender dan het woord.

Protesten uit drummerskringen bleven uit bij de première van de film. Misschien kwam dat, doordat zij na elk optreden murw gebeukt van het podium komen. Niet alleen door hun eigen lawaai, maar ook doordat hun ego elk optreden opnieuw klappen oploopt. Wie wil dan ook ingekapseld zitten tussen allerlei potten en pannen, gedwongen fantasieloos de maat te slaan, omdat de meeste songschrijvers nog altijd geen idee hebben van een interessant ritme? En alsof dat nog niet erg genoeg is: wie wil nu onmachtig zijn zich net zo uit te sloven voor het publiek als de bassist, de toetsenist, de blazers, de gitarist én de percussionist iedere keer doen, om die opperaansteller maar niet te vergeten: de zanger? Nee, wie groupies wil, moet geen drumstel kopen.

Misschien was het onderzoek van de universiteiten van Chichester en Gloucestershire een poging tot rehabilitatie: Blondie-drummer Clem Burke had als symbool aller drummers een betere conditie dan Manchester United’s Cristiano Ronaldo. Beider hartslag was gemiddeld tussen de 140 en 150 slagen per minuut en zij verbruikten tijdens een optreden allebei ongeveer 600 calorieën per uur. Burke won echter op punten: de drummer treedt jaarlijks zeker twee keer zo veel op als de voetballer. Drummers moeten fysiek dan ook in topconditie zijn, vooral aan het begin van een tournee, zo luidde de conclusie.
Jammer. Ik zie drummers liever als levenslange gevangenen van het ritme. Ze willen ontsnappen, maar kúnnen dat niet. Ze slaan hun trommels daarom uit wanhoop, niet omdat ze uit de sportschool komen.

Gepubliceerd in Heaven 57, november-december 2008/no. 6