Het Amerikaanse Library of Congress heeft als hoofdtaak het bewaren en toegankelijk houden van de muzikale geschiedenis van de VS.

Ondanks de digitale technieken van tegenwoordig wordt dat er niet makkelijker op, maar juist moeilijker.

Vaak is namelijk niet bekend hoe die werden opgenomen en dan is het feitelijk onmogelijk ervoor te zorgen dat die ook in de toekomst nog kunnen worden afgespeeld.

In het inmiddels geschreven National Recording Preservation Plan wordt dan ook voorgesteld dat iedereen die een digitale opname maakt die opname moet vorzien van gegevens die de manier van opnemen aangeeft. Ook artiesten moeten daar volgens het Library of Congress aan.

Over tachtig jaar moet ook die muzek van vandaag tenslotte nog te horen zijn, net als vroege plaatopnamen.

Een ander en veel onverwachter probleem vormen de uitgebreide copyrightwetten. Nu verbieden die het een digitale kopie te maken, behalve als de oorspronkelijke opname al in kwaliteit achteruit gaat. Dat maakt het onmogelijk kopieën van oudere analoge opnames te maken, behalve als daarvoor toestemming kan worden verkregen.

De rechthebbenden zijn vaak echter niet op te sporen of het copyright berust als gevolg van de fusiegolf van de afgelopen decennia inmiddels bij grote platenmaatschappijen. Die zijn niet altijd geïnteresseerd in kopieën die geen geld opleveren…

Waarom dat zelfs vanuit het oogpunt van winst kortzichtig is, legt Peter Martland uit. Die Cambridge-professor schreef twee boeken over de Engelse platenmaatschappijen:

http://www.npr.org/blogs/therecord/2013/02/13/171916723/saving-the-sounds-of-america