Woensdag 9 augustus was een ongekend droeve dag voor de popmuziek. Er bleken maar liefst drie popmusici overleden: Robbie Robertson, Sixto ‘Sugarman’ Rodriguez en Tom Pintens.

Ze waren onvergelijkbaar qua stijl én bekendheid, maar toch ieder een grootheid op hun eigen terrein: de op woensdag 9 augustus op tachtigjarige leeftijd in Los Angeles overleden Robertson bleef ook nadat hij in 1976 het uiteengaan van The Band had geforceerd tot zijn dood nog bijna vijftig jaar vooral een van de ex-leden van de eclectische vijfmansgroep die in 1968 met hun in afzondering gemaakte debuut ‘Music form Big Pink’ de americana uitvond zonder zichzelf daarvan bewust te zijn.

Bovendien groeide de groep vooral op basis van hun naamloze tweede album uit 1969 uit tot symbool van het Amerikaanse zuiden van de negentiende eeuw, hoewel zanger, gitarist en componist Robertson net als bassist Rick Danko, pianist Richard Manuel en toetsenist-saxofonist Garth Hudson uit Canada kwam. Alleen drummer Levon Helm kwam ook inderdaad uit Arkansas, een van de zuidelijke Amerikaanse staten.

Robertson was duidelijk een van de belangrijkste schrijvers van de groep, met ‘The Night They Drove Old Dixie Down’ en ‘The Weight’ als zijn grootste klassiekers, en beïnvloedde het beeld dat hij het belangrijkste lid was ook met graagte nadat The Band door het overvloedige drank- en drugsgebruik en het veelvuldige toeren uiteengedreven was. Dat leidde tot een decennia durende vete met Levon Helm, die Robertson’s beweringen met klem ontkende.

Op zijn soloalbums zette Robertson een heel andere koers in. Zijn naamloze eerste bezorgde hem zijn grootste hits, maar dat was ook te danken aan producer Daniel Lanois, die hem in sommige songs het open geluid van Peter Gabriel meegaf, terwijl andere dan weer klonken als jachtige uittakes van U2.

Het niveau van zijn songs bij The Band haalde hij niet meer, ook niet in soundtracks voor films van zijn vriend Martin Scorcese, die afscheidsconcert ‘The Last Waltz’ had geregisseerd. Het kon Robertson niet schelen: hij wist dat hij zichzelf allang bewezen had.

Eerdere berichten over Robbie Robertson vind je in de categorieën Nieuws, Rootsmuziek op radio, tv en internet, Dossier ook al dood… en Muziekboeken.

Sixto ‘Sugarman’ Rodriguez

Sixto ‘Sugarman’ Rodriguez werd pas bekend toen hij al lang weer vergeten was, hoe paradoxaal dat ook klinkt: in 2012, toen hij zeventig jaar was, werd hij de hoofdpersoon in de documentaire ‘Searching for Sugarman’ en kreeg hij de aandacht die hij nooit gekregen had na het uitkomen van zijn debuut ‘Cold Fact’ in 1970 en ‘Coming from Reality’ in 1971.

‘Cold Fact’ sloeg echter wel aan in zuid-Afrika en de op het Australische label Blue Goose in 1977 uitgebrachte verzamelaar ‘At his Best’ werd er een cultklassieker, onder meer doordat Rodriguez in zijn nummers zong over discriminatie en achterstelling, en werd daar in 1991 op cd uitgebracht.

Pas in 1997 kwam een van Rodriguez’ dochters daar achter en dat leidde in dat land tot zijn herontdekking: de man die al decennia als sloper in de bouw werkte en alleen nog af en toe optrad in een café in zijn woonplaats, trad er op en werd er een ster.

Dat leidde weer tot die documentaire, die in 2012 uitkwam en in 2013 een Oscar kreeg. Het maakte Rodriguez even wereldberoemd en hij toerde internationaal en trad onder meer op op het Engelse Glastonbury-festival en in het Amsterdamse Muziekgebouw aan het IJ.

Rodriguez overleed op dinsdag 8 augustus. Hij was 81 jaar oud.

Eerdere berichten over Sixto ‘Sugarman’ Rodriguez vind je in de categorieën Nieuws en Rootsmuziek op radio, tv en het internet.

Tom Pintens

Kun je van Robertson en Rodriguez zeggen dat zij een compleet leven hebben geleefd, hoe verschillend dan ook, dan geldt niet voor de Belgische gitarist, toetsenist en klarinettist Tom Pintens.

Hij overleed op vrijdag 4 augustus op 48-jarige leeftijd aan darmkanker.

Pintens bleef in Nederland nagenoeg onbekend, al speelde hij in Roosbeef, maar was in België een bekende naam onder muzikanten: hij maakte met Thomas De Smet, Aarich Jespers en Stef Kamil Carlens deel uit van A Beatband, de voorloper van Moondog Jr. en na de dreiging van een rechtszaak over die naam ook van de tot Zita Swoon omgedoopte band, richtte Flowers for Breakfast en 2000 Monkeys op, speelde in Think of One, bracht drie Nederlandstalige soloalbums uit met veel teksten van zijn toenmalige vriendin Ellen Schoenarts en was lid van Het Zesde Metaal.

Ook speelde hij veel mee op albums van anderen, produceerde en coachte hij veel acts. Verder schreef hij ook nog muziek voor films en theaterstukken. Het was kenmerkend voor Pintens, die zich in de schaduw beter leek te voelen dan als frontman en daar rustig zijn onmisbare rol vervulde.

De recensies van de albums ‘Tom Pintens’ en ‘Winter maakt ons vrolijk’ vind je in de categorie Recensies popmuziek.