New West Records 6580

geloofwaardige songsmid

Ook op de achtste album van de Pentice Brothers sinds 1998 is Joe Pernice de centrale man: hij speelde gitaar, bas, toetsen en percussie, produceerde de twaalf door hem geschreven songs en was een van de opnametechnici.

Dat de Pernice Brothers toch een groep zijn, blijkt uit het feit dat broer Bob en Peyton Pinkerton weer gitaar spelen en Michael Belitsky en Pat Berkery de drummers zijn, terwijl Michael McKenzie ook gitaar, bas, toetsen en percussie speelde en Liam Jaeger gitaar, bas, toetsen, drums, percussie. Bovendien zing jaeger ook, terwijl ex-bandlid en Joe Pernice’ vrouw Laura Stein dat incidenteel op de achtergrond doet.

Muzikaal eert Joe Pernice net als eerdere albums zowel de

Engelse als de Amerikaanse poptraditie, want in veel songs klinken op een even prettige als logische manier invloeden van de Beatles door (‘Who Will You Believe’, ‘A Man Of Means’), van de Byrds tijdens hun psychedelische fase (‘Hey Guitar’), van Burt Bacharach (‘December In Her Eyes’), van Loving Spoonful (‘Look Alive’, ‘Not This Pig’, ‘What We Had’) en van REM (‘Ordinary Goldmine’) in songstructuren, arrangementen, zanglijnen en tegendraadse gitaarsolo’s.

Joe Pernice schept vreugde in het schrijven: hij publiceerde een dichtbundel, meerdere romans en werkte als scriptschrijver voor een Canadese tv-serie. Voor zijn songs heeft hij dan ook genoeg aan een willekeurige aanleiding, al zingt hij hier ook ontroerend open over ouder worden en het verliezen van vrienden door zelfmoord en kanker. Mede door de daar wel ingehouden begeleiding laat Pernice dan wel het achterste van zijn tong zien.

***1/2