Pure pop met klasse.

Al is dit het debuut van een groep, het is toch vooral Koen Renders die de dienst uitmaakt in de nieuwe band die hij en zijn muzikale kompaan Herman Acke begonnen zijn. Renders schreef namelijk alle nummers, zingt, speelt akoestische gitaar en toetsen. Ondersteund door Acke op dobro, lapsteel, akoestische en elektrische gitaar, de ervaren drummer Niko Westelinck en de idem bassist/klarinettist Peter Thijs, verkent hij 12 keer de traditie van de klassieke popsong.
Zijn nummers overschrijden vaak de drie minuten niet en slechts twee maal die van vier, maar in die tijd slaagt Spencer the Rover erin mooie nummers neer te zetten. De naar een oude Engelse folk-ballad vernoemde groep kan in de uptempo-songs goed uit de voeten met pop die zeer geschikt is voor de radio. Díe nummers blijven desondanks iets meer genrestukken dan de fijnzinnige ballads, waarvan er zeven op deze cd staan.
Daarin ligt hun grootste kracht: Renders schetst in die korte tijd met zekere hand wijsjes die zowel logisch zijn als onverwacht. Soepel lopend kennen ze onverwachte, maar functionele tempowisselingen of zijn ze verrijkt met  fraaie tegenmelodieën. De muziek sluit naadloos aan bij de teksten, waarin hij melancholiek allerlei gevoelens bezingt die de liefde met zich mee brengt. Het levert een cd op waarop twee soorten nummers staan: goede en instant-klassiekers.

****

Geplaatst op www.popmagazineheaven.nl bij Heaven no. 19, juli-augustus 2002/no.4