Het bericht is inmiddels bevestigd, maar is onvoorstelbaar: Talk Talk-voorman Mark Hollis is overleden na een korte, niet nader genoemde ziekte waarvan hij nooit herstelde, 64 jaar oud.

Hollis’ voormalige bandlid Paul Webb, de regisseur van Talk Talk-video’s Tim Pope en Hollis’ neef Anthony Costello hebben allen al via de sociale media hun respect aan hem betuigd, zodat we moeten aannemen dat het waar is.

Zo schreef Talk Talk’s bassist Webb, die nog af en toe een album maakt onder het pseudoniem Rustin Man, op Facebook: ‘I am very shocked and saddened to hear the news of the passing of Mark Hollis. Musically he was a genius and it was a honour and a privilege to have been in a band with him.

I have not seen Mark for many years, but like many musicians of our generation I have been profoundly influenced by his trailblazing musical ideas. He knew how to create a depth of feeling with sound and space like no other. He was one of the greats, if not the greatest.’

Pope schreef daarvoor al op Twitter: ‘Goodbye to Mark Hollis of Talk Talk. Condolences to his lovely family. We had many, many laughs together…’ en Costello tweette: ‘RIP Mark Hollis. Cousin-in-law. Wonderful husband and father. Fascinating and principled man. Retired from the music business 20 years ago but an indefinable musical icon.’

Hoe onverwacht ook, het zou passen bij de publiciteitsschuwe levenswijze van Hollis, die zeven jaar nadat Talk Talk in 1991 uiteen ging nog eenmaal een al even verstild en stijlvast naamloos soloalbum uitbracht, maar er daarna bewust voor koos de muziek te laten voor wat ze was en te kiezen voor zijn gezin, doordat hij ‘niet tegelijkertijd op tournee kon zijn en een goede vader’.

Hollis had ook daarvoor al een verklaarde hekel aan veel aspecten van het muzikantenleven en koos met bandleden Paul Webb, drummer Lee Harris en producer/toetsenist Tim Friese – Greene na door sythersizerloopjes bepaalde hits als ‘Dum dum girl’ en ‘It’s a shame’ , via het al veel vrijer elementen bevattende  hitalbum ‘The colour of spring’ uit 1988 voor een radicale koers op ‘The spirit of eden’ (1989) en ‘Laughing stock’ (1991), die hen ver verwijderde van de hitparades van die tijd.

Belangrijkste invloeden daarop waren volgens Hollis Béla Bartók en Claude Debussy.

In 2012 was er opeens het nieuws dat Hollis een nummer zou hebben geschreven voor de Amerikaanse tv-serie Boss.

Aan het eind van de aflevering die in de VS werd uitgezonden op 21 september 2012 zou tijdens de laatste scène en de aftiteling ARB Section 1 hebben geklonken.

Ook zou Hollis nog muziek schrijven voor een film van Francis Ford Coppola, The bling ring, en Gus Van Sant’s Promised Land.

Van alle in memoriams op het internet is die van Pitchfork de beste, al vermeldt dat blad dan gek genoeg weer niet Hollis’ naamloze soloalbum uit 1998:

https://pitchfork.com/news/talk-talks-mark-hollis-dead-at-64