Waardige opvolger.

Op hun tweede cd in eigen beheer combineren Dif en jd decker net als op hun debuut veelal maatschappijkritische teksten met door country en folk beïnvloede, akoestische ballads of met gitaarrock à la Neil Young. Beste voorbeeld van die laatste soort is Freedom (!), inclusief droog ploppende bas en snijdende gitaarriff.
Uitgebreid met drummer Deadpan Dirk en Pyedog Pete op dobro, mandoline en mondharmonica spelen ze voor die genres kenmerkende songs, al komen de tweestemmige harmonievocalen vaak uit de countryrock.
Minder puristisch dan op hun debuut gebruiken ze naast een fretloze of akoestische bas ook een accordeon, wat leidt tot ballads met invloeden uit zeemansliederen. Vrijwel steeds valt hun gevoel voor goed in het gehoor liggende melodieën op. Er staan naast de rockers dan ook perfecte popliedjes op deze cd, zoals Underneath en Mourning in June, een statig menuet.
Dif schrijft vaker uitgesproken teksten over de propaganda rond Irak, het milieu en zinloos geweld dan over de liefde, hoewel hij ook daarover enkele malen overtuigend zingt. Ze zijn terug te vinden op hun website, die geheel Engelstalig is, ongetwijfeld omdat de voorbeelden aan de andere kant van de oceaan huizen. Misschien is het echter ook omdat ze, ondanks hun groepsnaam, vinden dat heel de wereld hun muziek zou moeten horen. Deze betrokken, rootsy én stijlvolle Americana van eigen bodem verdient het inderdaad omhelst te worden.

(drie)